Geen hoofdrol voor Team Visma | Lease a Bike in Luik-Bastenaken-Luik
Team Visma | Lease a Bike kon geen grote rol spelen in het wedstrijdverhaal van Luik-Bastenaken-Luik. Tiesj Benoot was de eerste renner namens de geel-zwarte formatie op plek dertien. De zege was voor Tadej Pogacar.
Met Luik-Bastenaken-Luik stond het vierde monument op het programma. In de 111e editie van de Belgische voorjaarsklassieker kregen de renners meer dan 250 kilometers voorgeschoteld met onderweg elf gecategoriseerde hellingen.
De vlucht van de dag werd op een ruime afstand van de aankomst ingerekend door het peloton. Daarna volgde de nerveuze voorbereiding richting Côte de la Redoute – traditioneel een beslissende helling in de klassieker. In het peloton reden Benoot, Ben Tulett en Attila Valter nog in de wedstrijd. Op La Redoute had uiteindelijk niemand een antwoord op de onvermijdelijke versnelling van Pogacar. De Sloveen reed vervolgens onbedreigd richting de overwinning. Achtervolgers Giulio Ciccone en Ben Healy mochten mee op het podium. In het uitgedunde peloton sprintte Benoot naar de dertiende plaats. Tulett werd twinitigste.
"beschikte niet over een topgevoel vandaag"
“Ik beschikte niet over een topgevoel vandaag, maar slecht was het zeker niet”, zegt Benoot na afloop. “Het positioneren was niet eenvoudig vandaag. Op La Redoute zat ik iets te ver, maar ik voelde me beter naarmate de wedstrijd vorderde. Uiteindelijk kwam ik met Ben en Attila in de derde groep terecht. Met die grote groep sprintten we nog voor de ereplaatsen, maar een nieuwe toptienplaats zat er net niet in.”
Ploegleider Arthur van Dongen blikt terug op de wedstrijd van zijn manschappen: “We kunnen terugkijken op een prima wedstrijd. In de finale waren we vertegenwoordigd door drie renners in het peloton. Ben leverde een knappe prestatie op La Redoute, waar hij – op een ontketende Pogacar na – met de besten bovenkwam. Hij kwam vervolgens helaas net tekort om de duo-aanval van Ciccone en Healy te beantwoorden. Jammer genoeg konden we niet meedingen voor het podium, maar de jongens hebben opnieuw gestreden.”