Vingegaard derde in koninginnenrit Tour de France
Jonas Vingegaard is als derde geëindigd in de loodzware achttiende etappe van de Tour de France. Op de Col de la Loze kwam de 28-jarige Deen enkele seconden na geletruidrager Tadej Pogačar over de finish. De ritzege ging naar Ben O’Connor.
“Het was een loodzware dag,” blikt Vingegaard terug. “Ik denk niet dat ik ooit zo’n zware etappe heb gereden in mijn carrière. Ik voelde me best goed. Het was ons plan om de koers vroeg te openen en dat hebben we ook gedaan. Ik wil mijn ploeggenoten nogmaals bedanken voor hun harde werk vandaag. Hun steun blijft me motiveren. Helaas kon ik aan het einde geen tijd terugpakken op Pogačar, maar we bleken vandaag opnieuw aan elkaar gewaagd.”
De koers werd geopend op de Col du Glandon, de eerste van drie beklimmingen van buitencategorie. Team Visma | Lease a Bike nam direct het initiatief. Een kopgroep van acht renners, met onder anderen Matteo Jorgenson, bereikte de top van de Glandon met een voorsprong van twee minuten op het peloton. De vluchters wisten hun voorsprong vervolgens geleidelijk uit te bouwen richting de voet van de Col de la Madeleine.
Op de Col de la Madeleine bleef Team Visma | Lease a Bike druk zetten op de concurrentie. Na sterke beurten van onder anderen Tiesj Benoot, Wout van Aert en Sepp Kuss plaatste Vingegaard zijn eerste aanval. Alleen Pogačar kon het tempo van de Deen volgen. Samen wisten zij snel de aansluiting met de kopgroep te maken. In de afdaling en de vallei leverde Jorgenson uitstekend werk in dienst van zijn kopman. Tijdens een moment van twijfel in de groep reageerde Jorgenson op een aanval van O’Connor en Einer Rubio, maar hij moest kort daarna de kopgroep laten gaan.
Ondertussen stokte de samenwerking in de groep der favorieten. Zij kregen opnieuw gezelschap van een groter peloton, waarin nog enkele renners van Team Visma | Lease a Bike aanwezig waren. De slotklim van de dag was de Col de la Loze. Richting de top versnelde Vingegaard opnieuw, maar wederom kon Pogačar volgen. Vingegaard, Pogačar en Oscar Onley streden uiteindelijk om de tweede plaats achter ritwinnaar O’Connor. Na een felle eindsprint van Pogačar moest Vingegaard genoegen nemen met de derde plek.